* * * NI'JLUUSN VAN VROGGER ___________________________________________________ Historische vereniging in gemeente Nieuwleusen Kwartaalblad voor de geschiedenis van Nieuwleusen |
* * * Foto voorpagina: ___________________________________________________ |
Westerveen 39 en 41 |
* * * DE WATERSNOODRAMP VAN 1953 ___________________________________________________Gé Evertsen-Boer |
Dit verhaal speelt zich af in Capelle, een gehucht op Schouwen-Duiveland, gelegen tussen Nieuwerkerk en Zierikzee. Gé Evertsen-Boer is daar geboren, kort nadat haar ouders vanuit Nieuwleusen er naartoe verhuisd waren. Inmiddels woont ze al weer heel lang in Nieuwleusen. Toen 65 jaar geleden de watersnoodramp plaatsvond was Gé vijf jaar oud. De gebeurtenissen hebben een diepe indruk op haar gemaakt. |
Op 3 december 1947 ben ik geboren in Capelle. Mijn ouders, Hendrik Jan Boer en Katriena Groen, leerden elkaar kennen in het Westeinde te Nieuwleusen. Mijn vader was een zoon van Arend Jan Boer en Geertje Kragt. Oma Geertje is in 1937 overleden aan tbc. Mijn vader was werkzaam bij zijn vader op de boerderij. Mijn moeder ‘diende’ in het Westeinde bij Scholten en Van Leussen. Het was dan ook niet vreemd dat zij elkaar wel eens ontmoetten en zij kregen verkering. Zoals het dan meestal gaat, denken jongelui na verloop van tijd aan trouwen. Maar, zo kort na de oorlog kreeg je geen huis en Katriena wilde beslist niet bij de ouders of schoonouders in. Om dezelfde reden was een zus van Hendrik Jan naar Zeeland vertrokken. Mijn oom had daar werk gekregen bij een boer in Ellemeet. Daarbij was een dienstwoning beschikbaar. Mede door zijn toedoen kon mijn vader bij boer Boot op Capelle terecht als paardenknecht en die boer had ook een huis voor zijn knecht. |
Geertje aan het strand |
Het was weliswaar een onbewoonbaar verklaarde woning, maar ze waren blij met een plekje voor zichzelf. In de zomer van 1947 vertrokken Hendrik Jan en Katriena naar Zeeland en op 3 december ben ik geboren. Capelle bestond uit een straatje met aan weerszijden huizen en verder in de omgeving ook wat huizen en boerderijen. Hoewel er een goed contact met de mensen onderling was, wilde vader toch niet zo ver van de familie blijven wonen en dat oude huis was ook niet veel bijzonders. Als moeder zat te breien stak er zo af en toe een muis zijn kopje door het behang. Dus probeerde vader een boer te vinden wat dichter bij Overijssel. Toen boer Boot daar lucht van kreeg beloofde hij hen een beter huisje. Van oud materiaal werd een nieuwe woning gebouwd. Op dat huis hebben we tijdens de watersnoodramp van 1953 met 15 mensen op het dak gezeten en dat staat er nu nog. Dit nieuwe huis stortte niet in elkaar zoals de huizen om ons heen en zodoende kwamen wij niet in het kolkende water terecht. |
Het straatje in Capelle, met ouderlijk huis voor de ramp. |
Zaterdagavond 31 januari 1953 was er een uitvoering van de mandolineclub in Nieuwerkerk. Mensen uit Capelle wilden daar graag naar toe en trotseerden de harde wind. Na afloop was er nog veel meer wind en moeizaam kwamen ze weer op Capelle. Toch gingen ze allemaal slapen en dachten niet aan een dijkdoorbraak. Zondagmorgen 1 februari moest mijn vader melken bij de boer. Hij zat nog maar net onder de koe toen Boot zei: “Maak dat je thuis komt, want het water komt”. De mensen maakten elkaar wakker met dezelfde kreet: “Het water komt!.” Mijn vader kreeg het water al over de laarzen, maar kwam nog wel thuis. Alles werd van beneden zoveel mogelijk naar boven gebracht. Zeker ook alles voor de baby die net zes weken oud was. Al snel moesten wij zelf ook naar boven omdat het water al naar binnen kwam. Dat beeld heb ik nog voor ogen, het water dat onder de deur door kwam . En al heel snel kwam het water de trap op, zelfs bijna tot aan de zolder. Mijn vader heeft toen nog een inkeping in de trap gemaakt, zodat je later kon zien hoe hoog het heeft gestaan. Dat hebben wij later nog weer gezien. Toen wij daar op zolder zaten, kwamen er buren over het dak naar ons toe omdat ze hun eigen huis niet vertrouwden en dat klopte ook. Hun huizen stortten in elkaar als blokkendozen. Mijn vader keek wel steeds door het dakraam naar buiten en zag dat het huis van Van Dienst, onze beste buren, in elkaar stortte. Ze grepen zich vast aan een stuk dak van hun huis en schreeuwden om hulp. Mijn pa en buurman Zwaal zijn toen op ons dak geklommen en gingen erop liggen. De een hield de ander vast bij de enkels en zo konden zij de familie Van Dienst uit het water trekken. De jongste dochter Nelleke zei later: “Ik was al twee keer kopje onder gegaan en dacht: Nog één keer en dan is ‘t gebeurd met mij”. Maar haar broer Kees kon haar grijpen en ook zij kwam bij ons op zolder terecht. Kees zei later over mijn vader: “Aan die man heb ik mijn leven te danken.” Toen vader en buurman Zwaal daar bezig waren, zagen zij ook dat de opa en oma van Nelleke van Dienst in het water lagen. Oma zat vast in een kozijn. Zij zijn weggedreven en nooit teruggevonden. Ook zag vader buurman Van Tiggele, die vaak bij ons naar de radio kwam luisteren. Hij hing aan de dakgoot,.maar ook hij kon het natuurlijk niet houden en is verdwenen in het water. Het is heel erg om dat te zien terwijl je niet kunt helpen. Maar wij hebben allen ons leven te danken aan mosselvisser Wim Schot. Hij woonde in Zierikzee, samen met zijn neef. Omdat het zo stormde vertrouwde die neef de dijken niet. Hij stelde voor om eens bij de dijk te gaan kijken. Wim Schot zei later: “Wat we daar zagen was vreselijk. De hele polder vol water.” Ze hebben een roeiboot gepakt en zijn gaan varen. Overal zaten mensen op de daken en schreeuwden naar hen. “Maar”, zei Wim Schot later, “we konden er niet teveel in de boot hebben, want dan maakte hij water.” Ze brachten de mensen steeds naar de dijk en zo kon het gebeuren dat als ze een vrachtje afgeleverd hadden, een huis er dan niet meer stond en de bewoners waren verdwenen in het kolkende water. Wij zaten inmiddels op ons dak en zagen daar die grote watervlakte. De buurvrouw naast ons had net een baby gekregen. Ze hield het in een dekentje dat steeds opwaaide. En er viel van tijd tot tijd een van de andere kinderen van het vlot af waar zij op zaten. Met Annie speelde ik wel, ook maakten wij wel eens ruzie en kreeg ik mijn eigen klomp tegen mijn hoofd. Maar ze zijn allemaal verdronken. De vader was over het dak bij ons gekomen om kleertjes te halen voor die baby, want ze hadden weinig. Toen hij bij ons was, ging zijn huis tegen de vlakte met vrouw en kinderen. Hij werd helemaal hysterisch, wilde ook zelf het water in. Ze hebben hem toen drank gegeven, zodat hij rustig werd. Deze man heeft later een nieuw gezin gesticht. Hij heeft nooit meer over het gebeuren gepraat, tot vijftig jaar na de ramp. Toen we met de herdenking van 50 jaar Watersnoodramp in Nieuwerkerk over de begraafplaats liepen, zag zijn dochter haar eigen achternaam op een grafsteen staan. Zij vroeg toen aan Nelleke, ons vroegere buurmeisje, hoe dat toch zat. Toen bleek dat haar vader opnieuw was getrouwd en weer kinderen had gekregen, maar daar nooit over had gepraat. Hij was blind geworden. Na de herdenking is het meisje naar huis gegaan en heeft er haar vader op aangesproken. Ze heeft hem toen meegenomen naar de begraafplaats, waar zijn vrouw en een aantal kinderen lagen begraven. Hij kon het niet zien natuurlijk, maar hem is wel verteld wat er op de stenen stond. Wij zaten nog steeds op het dak van ons huis en waren bang dat ook ons huis het niet zou houden. Toen het eb werd zijn we, bij de mannen op de rug, naar de overkant gebracht. Daar stond een nieuwer en groter huis. Daar hebben we de nacht doorgebracht. De volgende dag kwam er een roeibootje, Wim Schot dus, die ons vanaf de dakgoot in zijn bootje heeft geholpen. Vrouwen en kinderen eerst. We zijn naar de dijk gebracht en vandaar naar Zierikzee. Ik weet nog dat mijn vader later bij ons kwam. Alle mensen moesten naar een opvangadres worden gebracht. Zo zijn wij naar Wemeldinge gebracht. We hebben daar een aantal dagen bij de predikant onderdak gekregen. Mijn vader was heel onrustig, was hij later trouwens heel vaak, en liep elke dag naar de kade om te zien of er een boot was die ons daar weg kon halen. Dat is wel gelukt. Ik zie hem nog huilend in de kajuit zitten. Ja, dat vind je als kind heel raar, dat papa huilt. We zijn toen naar Overijssel gebracht. Daar wisten ze maar weinig van het hele gebeuren. Vader vond het ook moeilijk dat hij daar zijn verhaal niet kwijt kon. Dat heeft hij vaak gezegd. Hoe erg het was geweest drong hier niet door en tv was er toen nog niet. We zijn een aantal weken bij opa en oma in de Vinkenbuurt geweest, tot er in de Noordoostpolder een boer was die werk en een huis had. Zo zijn we daar terechtgekomen. |
|
Dat ik een stil kind was en er niet op reageerde als men eens iets vroeg over de ramp is niet zo gek. Als kind had ik teveel gezien. Al die mensen en dieren in het water. Wat een angst is dat geweest. Nog steeds heb ik contact met onze redder Wim Schot, een man van 89. Ik belde hem in februari en zei: “Als u er niet was geweest, was ik er denk ik niet meer.” Hij zei: “Ik denk ‘t ook niet.” In 2016 hebben we hem nog bezocht. Hij woont nu in een verzorgingshuis. Daar weten ze niet dat hij ‘de redder van Capelle‘ wordt genoemd. Hij vindt het ook wel eens heerlijk om over gewone dingen te kunnen praten en niet steeds aan de ramp herinnerd te worden. Het gehuchtje Capelle mocht niet weer worden opgebouwd. Het enkele huis dat is blijven staan en het plaatsnaambord herinneren aan de tijd dat het toch een lieflijk plaatsje was. |
* * * BELANGRIJKE SCHENKING ___________________________________________________ |
Op 26 januari presenteerden wij in de Palthehof de prachtige schenking van Klaas Masselink, bestaande uit 12 schilderijen en 21 tekeningen van zijn vader Jan Masselink. |
Jan Masselink werd geboren op 10 augustus 1904 aan de Burg. Backxlaan, in het huis naast café De Unie, bij de brug over de Dedemsvaart. Op de lagere school vielen zijn uitzonderlijke tekenprestaties al op. Hij volgde verschillende cursussen en bezocht de Nationale Schilderschool te Utrecht. Jan Masselink werd huis- en decoratieschilder en had een schildersbedrijf, eerst tegenover z’n geboortehuis, waar nu slagerij Kouwen een winkel heeft, en later op de plek waar nu Bos Bedden is gevestigd. In zijn vrije tijd tekende en schilderde Jan Masselink landschappen en stillevens. Na zijn pensionering verhuisde het echtpaar naar Zuidwolde, de oorspronkelijke woonplaats van zijn vrouw. Daar richtte hij zich volledig op het schilderen. In het nieuwe gemeentehuis van Dalfsen zijn een aantal vergaderzalen vernoemd naar overleden kunstenaars uit de gemeente. In de ‘Masselink-zaal’ hangen twee tekeningen en twee schilderijen van zijn hand. Er was één schilderij aanwezig in onze collectie. Dankzij deze royale schenking kunnen we nu een goed overzicht geven van het werk van Jan Masselink. Jan Masselink is op 18 juli 1989 overleden in Hoogeveen. |
|
|
* * * KRAGTEN VAN HET WESTERVEEN - 1 ___________________________________________________René Fokkert |
Op Westerveen 39 in Nieuwleusen staat het stamhuis van de familie Kragt. De boerderij is al eeuwen de plek waar generaties van deze familie hebben gewoond en gewerkt. Dit artikel belicht de bewoningsgeschiedenis. Ook komt de verdeling in 1916 van het onroerend goed onder de vier zonen Kragt aan de orde. De laatste bewoner op dit adres met de naam Kragt is Jentje Westerman-Kragt die in 2009 overleed. Ook komt de geschiedenis van de boerderij op Westerveen 41 en haar bewoners, die sterk verweven is met die van Westerveen 39, in dit artikel aan de orde. |
Inleiding |
↓ |
↓ |
|
Havezate Oosterveen. |
|
|
Twee bewaard gebleven tegeltableaus uit de oude boerderij Westerveen 39. Klaas Harms of Hermens Kragt De oudste zoon van Hermen Egberts, Klaas Harms of Hermens, is de volgende die landbouwer wordt op Westerveen 39. Klaas Harms, gedoopt 25 november 1731, trouwt op 13 mei 1764 met Trientjen Peters. Uit dit huwelijk zijn zes kinderen bekend: Hermijna Klaassen gedoopt 31 maart 1765, Harmen Klaassen gedoopt 20 april 1766, Hendrik Klaassen gedoopt 20 december 1767, Peter Klaassen gedoopt 22 oktober 1769 (jong overleden), Peter Klaassen gedoopt 20 oktober 1771 (jong overleden) en Peter Klaassen gedoopt 10 december 1775. De naam Claas Hermens komen we voorts tegen in een in april 1780 opgemaakte akte in het oud rechterlijk archief van het schoutambt Dalfsen. Met die akte doet Gosen Derks van Nieuwleusen, weduwnaar van Aaltjen Peters, zijn boerderij over aan zijn dochter Geertjen Gosens en haar aanstaande man Hendrik Willems. Tevens wordt de voogdij voor de minderjarige kinderen geregeld. Een van de aangestelde voogden is Claas Hermens. Hij is een oom van de kinderen Gosens. Twee jaar later (in 1782) wordt er door de schultus van Dalfsen een renvooi (opmerking in de kantlijn) op de akte geschreven, waaruit blijkt dat Claas Hermens is overleden en er een andere voogd in zijn plaats is aangesteld. In februari 1784 wordt er weer een akte op gemaakt. Op verzoek van de voogden van de kinderen van de overleden Berent Nijman en Wijgmoet Hermens (zwager en schoonzuster van Trientjen Peters) moet er een tiende part van de Kragt-boerderij uitgekeerd worden. Onderstaand de originele tekst van de akte. Ik Gerrit Bloemendal wegens sijn hoogheid den heere Prinse van Orange etc. erfStadhouder van de provincie van Overijssel etc. etc. etc. In den tijd vervullen scholtus van Dalfsen doe cond en certificeere in en vermits desen dat voor mij en ceurnoten als waeren Willem Klaas en Harment Jansen persoonlijk in een extra geheegt (besloten) gerigte erschenen sijn Jan Klaasen en Hilghien Hermens ehelieden tutore marito (hij als voogd voor zijn vrouw) en Berent Hermens en Jannegien Hermens met Engbert Bloemendal soveel nodig in deesen als momber (voogd) geasisteert. Benevens Jan Klaas en Klaas Willems als momber over de onmondige (minderjarige) kinderen van wijlen Berent Nijman en Wiegmoet Hermens in leven eheluiden tutore marito, en leggende verder over een request (verzoek) aan zijne weledel gestrenge heere meester Egbert Seriverius scholtus van Zwolle en Zwolse carspels etc., met het daar op gevallen appointement (verzoek) in dato den 24 december 1783 waar bij aan de momber over de minderjarige kinderen wierde gepermiteert omtrent een tiende part van een erve en plaatse genaamd Klaas Hermens gelegen op Nieuwleusen met de verdere eigenaren te mogen verkopen, so dat desen comparanten te samen dan verklaarden om een welbetaalde somma van penningen waar van de eerste met de laatsten voldaan is te cederen en te transporteren, sulks doende kragt deses aan en ten profijte van Trientjen Peters weduwe van Klaas Hermens en haar erfgenamen ieder een tiende part van de bovengemelde erve en plaatse waar van de koopers de halve plaatse en een tiende part selfs toebehoort en thans door haar selfs bewoond word en verhuurt is, gelegen op Nieuwleusen sijnde het selve vrij alodiaal goed sonder beswaar of uitgaande renten als heeren Schattinge, vorders met sijne lusten en lasten, raad en onraad, van ouds daar toegehorende en hebbende comparanten belooft het selve te zullen wagten en waaren voor alle evictie of opsprake als na regten in waarhijds verkonde, hebbe ik verwalter scholtus desen getekent en gezeegeld benevens de eerste comparant uit beijder namen en de tweede en de derde comparant benevens haar verkoren momber en eerste momber voor de onmondige kinders van Berent Nijman en Wiegmoet Hermens tot meerderen zekerheid, actum Nieuwleusen ? februari 1784. |
|
Handtekeningen en lakzegels onder de akte uit 1784. |
1796 Den 31 august maakt Hendrik Klaasen kragt van nieuwleusen bekend dat hij den 29 deeser van ? Hendrik kronenberg heeft
aangekogt een halve wijde whaare in de oudleusener Markte voor vier honderd en negentig guld zegge ƒ 490.--.,--. |
Volgens deze verkoopadvertentie wonen Albert de Weerd en zijn vrouw Jantje Stolte in 1846 op de boerderij Kragt. Stiefzoon
Gerrit Kragt bezit dan al gronden ten westen van de landerijen van zijn stiefvader. |
Deel – 2 wordt geplaatst in het volgende kwartaalblad. |
* * * Even voorstellen 1 - 2 - 3 ___________________________________________________De redactie is weer op sterkte. |
1 |
* * * OERGEZELLIG; EEN KETTINGBERICHT ___________________________________________________Gerrit Lubbers |
De Historische vereniging Ni’jluusn van vrogger heeft regelmatig overleg met de Historische Kring Dalfsen. Dit in
het kader van “Het DNA van Dalfsen-Nieuwleusen”. Deze contacten zijn nuttig en gezellig. Het is fijn om samen op te
trekken en je wisselt ook gemakkelijker gegevens uit. Zo zag ik in mei 2017 een grote bult oer langs de Veldweg
liggen. Ik mailde een foto daarvan naar verschillende mensen, met daarbij mijn vraag: |
“Langs de Veldweg liggen indrukwekkende bulten oer. Daar is pas
flink geploegd. In het land zijn nog de oerkleurige stroken te zien. Wat zijn de blauwe vlekken die er in zitten? |
* * * EVERT DIJK EN DE VINKENBUURT – 4 ___________________________________________________Vertaling Gees Bartels |
Evert Dijk (1914 – 1982) groeide op in de Vinkenbuurt in de tijd dat de omgeving daar nog grotendeels uit woeste
gronden bestond. In het boek: “Als de dag van gisteren; verhalen uit het leven van Evert Dijk” (Historische Kring
Ommen, 2004. 172 p.) vertelt hij over zijn jeugd in de jaren 1920 – 1927. De verhalen geven een goed beeld van hoe
het leven in deze omgeving er honderd jaar geleden uitzag. De verhalen zijn in het dialect van deze streek
geschreven, maar hier vertaald in het Nederlands. |
Naar de school in de Vinkenbuurt. |
|
aap |
noot |
mies |
wim |
zus |
jet |
Al op de eerste dag moesten wij de letters uit het doosje op dezelfde manier op het stuk papier leggen als de schooljuffrouw
het ons op het grote bord voorin het lokaal voordeed. |
* * * INHOUDSOPGAVE 2017 ___________________________________________________ |
Maart 2017 01 Goed veur de dag komen 08 Correctie en aanvulling 09 Landbouwvereniging Nieuwleusen en Omstreken (vervolg) door Gé Evertsen-Boer 15 Een oude groepsfoto; Personeel Coöp. Landbouwvereniging 1956 18 Landbouwvereniging Nieuwleusen en Omstreken (vervolg) door Gé Evertsen-Boer 21 Het verhaal achter de honingpers door Gees Bartels 26 Natuurhoning; gedicht door Lenze L. Bouwers 27.Evert Dijk en de Vinkenbuurt; vertaald door Gees Bartels 31 Proatende peerde door Riek van de Vegt 32 Jakob de Weerd treedt na 33 jaar af als eindredacteur. Juni 2017 01 Het werken bij de Dedemsvaartse rokkenfabriek (DEROFA) door Rianne Bouwknegt. 03 Goed veur de dag komen; gedicht door Lenze L. Bouwers 04 Oosteinde 80, ruim 80 jaar bakkersgeschiedenis (vervolg) door Joop Klein 10 Evert Dijk en de Vinkenbuurt (vervolg 2) vertaald door Gees Bartels 15 Denkertje; puzzel door Ab Scheper 16 Een elftal van SV Nieuwleusen 1961-1962; groepsfoto 18 Uit onze collectie; Bakkersfiets en bakkerskar door Gees Bartels 21 Hendrik Muller, molenaar van De Vlijt 26 Een gondelvaart in 1935 en 1945 30 Binnengekomen reacties 31 Kunstmest door G. Steen September 2017 65 Uitnodiging Verenigingsavond 67 Gé Hengeveld 34 jaar in de redactie 68 Komende activiteiten 71 Jagtlusterallee door Ron Klijn 73 ANWB vergat Nieuwleusen 74 Evert Dijk en de Vinkenbuurt (vervolg 3) vertaald door Gees Bartels 76 Gondelvaarten in Nieuwleusen door Jakob de Weerd |